Beschrijving |
Erasmus voltooide na zijn aankomst in Engeland bij zijn vriend Thomas More, toen hij door ziekte werd gekweld, de satire 'Lof der Zotheid'. Eigenlijk tegen zijn zin werd dit boekje gepubliceerd. De slimme opzet was om de Zotheid als vrouwelijk hoofdpersoon te laten optreden. In een ironisch betoog bewijst zij dat het goede der aarde alleen aan Dwaasheid is te danken. Alle illusies over leven, huwelijk en vriendschap blijken gebaseerd op Dwaasheid. Dit spottend betoog is gekruid met subtiele humor. Feller en scherper is de hoofdmoot van het boek als de kerkelijke autoriteiten aangevallen worden in hun zwakten en ijdelheid. Vooral pausen, kardinalen en bisschoppen worden onderuit gehaald en de schijnheiligheid van de kerk wordt meedogenloos afgestraft. |