Beschrijving |
Op 4 januari 1856 werd Eduard Douwes Dekker benoemd tot assistent-resident van Lebak. Precies drie maanden later volgde zijn ontslag. De kwestie-Lebak was geboren. In 1859 zou Douwes Dekker op een Brusselse zolderkamer, in nauwelijks een maand tijd, over deze affaire de roman Max Havelaar schrijven. Dit onder het pseudoniem Multatuli verschenen werk bleek een genadeloze afrekening te zijn met zijn superieuren, en schetste bovendien een weinig verheffend beeld van de Nederlandse bemoeienis met het rijk van Insulinde. De titelheld van Max Havelaar is een bevlogen man, een idealist die voortdurend in conflict komt met zijn omgeving. |