Beschrijving |
De Duitse schrijver Uwe Timm was een kleuter toen zijn zestien jaar oudere broer Karl-Heinz, in 1943, in een Oekraïens ziekenhuis aan verwondingen overleed. Enkele weken eerder had de negentienjarige soldaat, lid van de beruchte SS-Totenkopfdivision, zijn vader nog gerustgesteld, al moest hij melden dat zijn benen geamputeerd waren.
De jonge SS'er leeft voort in het verdriet van de ouders en in hun verhalen, maar ook in de dromen van Uwe, die, hoewel hij zich Karl-Heinz nauwelijks kan herinneren, in zijn dromen en gedachten steeds vaker door hem bezocht wordt. |